Een verrukte herfst!
Het is begin september, iedereen hoor je alweer over de herfstvakantie en wij beginnen pas op 22 september aan onze zomervakantie. Het afgelopen jaar heb ik vaak gedacht: is het wel leuk om zo laat op vakantie te gaan. Ik ben dol op de bloemen in het voorjaar en vertel ik mezelf Lies de herfst is ook mooi. Al maanden ben ik aan het struinen op internet, de boekhandel en boeken en tijdschriften thuis. Voor mij is dat puur genot, heerlijk om plekjes te vinden in de middel of niemandsland. Ik ben drukker met het inlezen en urenlang landkaarten en wandelkaarten te bestuderen dan wat ik mee neem. Dat komt altijd op de laatste week aan. De aftekenlijst van Rinand zorgt ervoor dat we belangrijke dingen niet vergeten. Eindelijk is het 22 september, via Rothenburg vervolgen we onze weg naar het Kaunertal in Oostenrijk. De camping is een waanzinnige plek tussen de bergen. Een gezellige houten hut, waar zelfs afwassen een genot is en het bankje ervoor wordt gelijk onze stam plek om een kop koffie of een borrel te nuttigen. We genieten van de zonsondergang. De volgende dag is het miezerig maar ‘s avonds trakteert de natuur ons op een blauwe lucht met vele kleine wolkjes, het oranje avondlicht maakt het plaatje compleet. Na een extreem koude nacht, zijn we vlug uit de veren en gaan gelijk op pad bij een temperatuur van 1,5 graad boven nul. Dik ingepakt beginnen we aan de tocht, de uitzichten zijn in 1 woord te bevatten : adembenemend. Ik geniet van de kou, de wind, het zonlicht in de bergen en ben niet te stoppen met fotograferen. Rinand moet me echt afremmen, voor vandaag hebben we genoeg geklommen. Ik krijg het nog voor elkaar om toch nog een stukje hoger te klimmen, maar ik weet dat hij gelijk heeft. We zijn niets gewend, de beenspieren moeten we zuinig op zijn, dus ik luister. Zonder spierpijn rijden we de volgende dag naar Italië. Vanuit Saltaus maken we iedere dag een wandeling. Wandelen in de bergen tijdens de herfst, de kleuren van de natuur, de geur van het bos, de paddenstoelen en de rust zorgen ervoor dat dit een mooi jaargetijde is maar heeft ook een keerzijde, paden die weggespoeld zijn of veranderen in smalle waterstromen. De gladdigheid zorgt ervoor dat je tijdens het lopen opperste concentratie nodig hebt en pas genieten wanneer je stil staat. Een mooi voorbeeld is de tocht in het Waltental. We rijden een stuk van de Jaufenpas omhoog. Na een aantal haarspeldbochten slaan we af; het weggetje gaat steil naar beneden en ik denk, waar zijn we aan begonnen. We rijden een dal in, het is mistig en miezert. Bij de Wanserhof parkeren we de auto en wandelen naar de Wanseralm waar de houtkachel wordt opgestookt en we genieten van een kop warme koffie met warme verse melk. Achter de hut loopt de Jagersteig, via haarspeldbochten en houtentrappen en bruggetjes klimmen we omhoog. Ondanks de regen is het prachtig. Het bos ruikt heerlijk, het enige wat we horen is onze ademhaling zelfs de vogels houden zich stil. Boven aangekomen, houdt het op met regenen en worden we getrakteerd op een bergmeer met schitterende weerspiegelingen. De hut is verlaten, maar heeft een klein overdekt terras. We nestelen ons in de banken en laten ons het brood, cake en fruit goed smaken. Het laatste stuk terug nemen we de jagersteig, een zeer slecht onderhouden zeer steil pad, hele stukken van 180 graden. Vele malen heb ik tijdens dit klein hachelijk uur gedacht: hier verongelukken we, maar door een 10 plus aan teambuilding en de stokken komen we veilig beneden aan. Later horen we van Martha dat alles wat jagersteig genoemd wordt, zeer zwaar en zeer steil is of te wel te zwaar voor ons. Natuurlijk maken we ook een tocht naar de Schusterhutte. Hier boven beleef je het ongelofelijk mooie panorama uitzicht. De vele bergverhalen gonzen over het terras, want het is volle bak. Na het afrekenen gaat de zelfgemaakte schnaps van tafel naar tafel. Het toilet is een hutje wat een aantal meters onder de hut staat. Gewoon een houtenplank met een gat erin en een deksel erop. Je kijkt naar buiten en “scheisst mit Panoramablick”. Voor mensen die hier de eerste keer zijn, moet het fototoestel mee op het toilet of maakt een medewandelaar een foto van degene op het toilet zit en dat zorgt weer voor de mensen op het terras voor de nodige gesprekstof.
Vanuit Salaus vertrekken we naar het Gardameer. Vanuit hier bezoeken we Madonna della Corona een bedevaartkerk in Spiazzi. Via een indrukwekkende oude trap daterend uit 1500 na christus lopen we naar het kerkje dat tegen de bergwand aangebouwd is. Het is een kerkje in al zijn eenvoud, een schoonheid, het zachte orgelgeluid zorgt ervoor dat je stil wordt van buiten en van binnen. Na een heerlijke dag Verona, gaan we weer een camping verder. We rijden naar Soave, ons einddoel is het dorpje Castelcerino, 3km voor het einddoel geeft de weg een stijging aan van 35 procent, we kijken elkaar aan en knikken. Bij een kruising weten we het niet meer, we staan scheef en ik kukkel bij het uitstappen bijna naar beneden. En vriendelijke Italiaan brengt ons naar een grindveldje bij een oude wijnboerderij. Wanneer we voor s ’avonds een fles wijn kopen staan we hier gratis. De zwoele temperatuur, de geur van de wijn en de alcohol zorgen ervoor dat we als rozen slapen. Onze volgende bestemming is Baone, onze privé camping. Het dorpje Arqua Petrarca is er een van ongekende schoonheid, de rust, de zoete geur van de olijven en rozemarijn en de vriendelijkheid van de bewoners zorgt ervoor dat je hier tussen de nauwe straatjes thuis voelt. We proeven kleine gedroogde vijgen, granaatappel, ricotta-amandel en de heerlijkste tiramisu ooit. Vanavond eten we op de camping. De eigenaresse en haar man staan in de keuken. In verschillende kamers wordt gegeten. Bij Italianen is het gebruikelijk om 4 gangen te eten. Er is rode of witte wijn, water met bubbels of zonder. Er is geen menukaart: de jonge meiden en de zoon vertellen wat er op het menu staat. We beginnen met vleeswaren en vers gebakken brood, spaghetti met een eend ragout en een schaal met gegrild vlees. Ons toetje is tiramisu, en daarmee sluiten we de avond af. De volgende dag gaat de reis weer omhoog naar Saltaus. De hele dag regent het. De volgende dag wordt ik waker en hoor geen regen. Rinand doet de verduistering omhoog en zegt: geen sneeuw! Iets in mij zegt,zelf kijken, de vitrage aan de kant en ik zie op de bergen voor ons sneeuw en nog eens sneeuw. Ik wordt super actief, hup eruit, koffie en thee zetten, aankleden, rugzakken klaar maken, waterflessen vullen, Rinand haalt broodjes en kaartjes voor de seilbahn. Het is ongelofelijk wat sneeuw allemaal in mij los maakt. Na het ontbijt gaan we omhoog. Hoe hoger we komen, hoe meer sneeuw, waanzinnig. We bevinden ons in een ansichtkaart die je verstuurt bij een wintersportvakantie. We stappen uit de cabine, op de vloer ligt ijs, of te wel voorzichtig lopen. De hoek om en we staan in een sneeuw landschap, voor ons is de lucht bewolkt, achter ons bewolkt met 1 horizontale streep blauw. We lopen dit sprookjesachtig landschap binnen, een oergevoel komt naar boven, dus sneeuwballen gooien. Na even gedold te hebben banen we ons een weg door de sneeuw, 40 cm hoog. De voetstappen zijn al gemaakt door mensen die voor ons hier waren. Na een heerlijke wandeling bereiken we de Talmeralm, gepacht door onze vrienden Maria en Gregor. Hier ligt nog meer sneeuw, Maria geeft aan langs het varkenshok omhoog te lopen, zo is zij ook gelopen. Zij hebben de eerste voetstappen gezet en hadden niet gerekend op zoveel sneeuw en de sneeuwkettingen liggen nog opgeborgen. Er ligt hier 50 cm sneeuw. We pakken een sneeuw schep en helpen om een pad te maken en een paar picknickbanken sneeuw vrij te krijgen. De tafels gaan we te lijf met een glazen asbak en schaven het ijs eraf. Na het harde werken een welverdiende cappuccino. Maar de berg lonkt. We vragen Maria of we omhoog kunnen en of er geen lawinegevaar is. Ze verteld dat een jager omhoog is gegaan, die kunnen we volgen. We zakken 50 tot 60 cm in de sneeuw weg. Ieder uitzicht is waanzinnig, elk detail het neusje van de zalm, de zon zorgt deze dag voor de slagroom op ons toetje. Waar het pad omlaag gaat zakken we 70 cm in de sneeuw, we hebben geen gamaschen aan en besluiten dezelfde weg terug te gaan. Een paar wandelaars komen ons tegemoed en iedereen straalt en geniet van dit natuur wonder. Beneden aangekomen bij de hut laten we de kaas/spek plank met vers gebakken brood goed smaken. We nestelen ons in de ligstoelen, benen omhoog en een schnaps in onze handen; wat is het leven toch mooi. De volgende dag is het bewolkt en wandelen we beneden. De dag erop gaan we voor de laatste keer deze vakantie omhoog. Het is nu veel drukker dan 2 dagen geleden en de mooie witte sneeuw is veranderd in papsneeuw. Maria zorgt voor een snelle cappuccino, daarna nemen we het pad omhoog. Wat een verschil met dinsdag, maarr is nog genoeg sneeuw, 20 cm, we mogen niet mopperen. Bij het punt waar we dinsdag gestopt zijn, doen we de gamaschen om. We besluiten het pad naar Rotmoos te nemen. Hier ligt nog 50-60 cm sneeuw, blauwe lucht en nevel wisselen elkaar af. Het landschap lijkt hier een witte bevroren glinsterende deken. Het uitzicht is adembenemend, de lariksen zijn nu goudgeel in combinatie met zonlicht en sneeuw is dit een fantastisch plaatje. Natuurlijk sluiten we deze dag af bij Maria, die voor een heerlijke maaltijd zorgt. Van de warme vlierbessensapkomen we weer op temperatuur. Na de maaltijd nestelen we ons in de ligstoelen met een schnaps. Rozig lopen we weer terug, genietend van deze heerlijke dagen. De 3000 foto’s zorgen ervoor dat, wanneer we de foto’s zien, we weer op en top genieten van onze belevenissen.